Items where Year is 1844

B

Bergsma Over het gebruik, hetwelk men van verrotte aardappelen maken kan. , 1844.

Bleekrode, S. Verhandeling over de meststoffen volgens het tegenwoordige standpunt der wetenschap. , 1844.

Brakell, F. van Aardappelteelt. De vriend van den landman, volume 8. pp. 193-199. , 1844.

G

Gevers Deynoot, Dirk Rudolph Verhandeling over de Madia Sativa. , 1844.

H

Hall, H.C. van Aardappelteelt : verslag van eenige in de laatste jaren met aardappelen genomen proeven. , 1844.

Hall, H.C. van Bijdrage tot de klaverteelt. , 1844.

Hall, H.C. van Bijdragen tot de praktijk der landhuishoudkunde, uit onderscheidende ingezondene berigten opgemaakt. , 1844.

Hall, H.C. van Het strooijen van aarde in de stallen, een middel tot mestvermeerdering en verbetering. , 1844.

Hall, H.C. van Middel om goed zaaizad te verkrijgen. , 1844.

Hall, Hermannus Christiaan van Onderaardsche waterleidingen. Tijdschrift ter bevordering van nijverheid, volume 8. pp. 299-300. , 1844.

J

Johnston, James F.W. and Fromberg, P.F.H. and Mulder, G.J. Grondbeginselen der landbouwkundige scheikunde en geologie. Rotterdam : Kramers. , 1844

L

Lampe, E.W. Bijzondere voortplantingsvermogen der aardappelen. De vriend van den landman, volume 8. p. 639. , 1844.

R

Reinders, G. Over het ontblooten van den wortel der graangewassen, gedurende den winter, en over het onderbrengen van eht zaaizaad. , 1844.

S

Schultz Over het drooge bederf der aardappelen. De vriend van den landman. , 1844.

Sloet, J.A.J. Statistiek der Veluwsche zandverstuivingen. , 1844.

Staring, W.C.H. De aardkunde en de landbouw van Nederland. Zwolle : Tjeenk Willink. , 1844

T

Tingman, E. Over de verjonging of voordeelige voortbrenging der aardappelen uit zaad. De vriend van den landman, volume 8. pp. 385-395. , 1844.

W

W Iets over het gebruik van kalk, als meststof in den landbouw. , 1844.

Westerhoff, R. De kwelder-kwestie nader toegelicht, of Betoog dat de kwelderlanden en aanwassen, langs onze wadden gelegen, niet zijn de eigendom van den staat, maar der tegenwoordige partikuliere bezitters, en niet vallen onder het bereik van art. 538 van den Cod. civ. of onder dat van het daarop gebouwde keizerlijke decreet van den 11 januarij 1811 : voorgedragen in de vergadering van het Groninger genootschap. Groningen : Van Bolhuis Hoitsema. , 1844